Pik na deze zomer even een handicap mee

De Volkskrant – column FRANK KALSHOVEN − 12/07/14

Wat ging goed? Wat kon beter? Minimaal twee keer per jaar (Kerst, zomer) stel ik mezelf deze vragen – ik leer ervan — en de uitkomst is af en toe verrassend. Mijn verrassing van de afgelopen zes maanden deel ik graag met ondernemers, directeuren, hoofdredacteuren, partners, bestuurders, managers, schoolhoofden en alle andere mensen die iets te vertellen hebben over hun organisatie en over het aannemen van medewerkers. Als u er niets over te vertellen heeft: toch doorlezen, want dan kunt u bovenstaande collega’s allicht inspireren.

Wat wil het geval? Boven in mijn lijstje ‘wat ging goed?’ staat het aannemen van collega E. bij De Argumentenfabriek. Fijne vent, aardige kerel. Maar dat is niet het punt. Het punt is: hij heeft wat, een ‘arbeidshandicap’ en een stempel ‘Wajong’, en staat dus op de arbeidsmarkt op achterstand. Hij is in zekere zin bij toeval bij ons binnen komen waaien. Ik sprak op een congres, de spreker na mij was van het UWV, en die vertelde hoe het UWV kan helpen binnen een organisatie eenvoudige taken los te knippen van bestaande functies en die weer samen te voegen tot een nieuwe baan. Zo’n baan kan dan worden gedaan door iemand met een arbeidshandicap. Ik vroeg: kun je dat op de fabriek ook komen doen? Dat kon, en zo is het gekomen.

Aan dit verhaal zitten voor mij twee leerzame aspecten. Eén: wat ging dat makkelijk. Twee: hoezo aanwaaien, daar kun je toch voor kiezen?

Dames en heren bestuurders, managers, afdelingshoofden etc, even voor de goede orde: ik weet hoe uw dag eruitziet. Net als die van mij namelijk. Ballen in de lucht, probleempje hier, vraagstuk daar, strategische puzzel in het achterhoofd, organisatorische uitdaging om de hoek, maandsluiting juni, begroting 2015, en dan af en toe ook nog proberen te werken. Klanten, producten, diensten, kwaliteit, daar gaat het om. Moeilijk genoeg en je hoeft je er echt niet mee te vervelen.

Wajong, bijstand , arbeidshandicap – dat zijn woorden uit de krant, maatschappelijke vraagstukken, dat gaat over de overheid, over politiek. Dat is voor thuis, voor in het stemhokje, en om het over te hebben tijdens een etentje. Deze woorden horen niet bij het werkdomein.

Dat is dus niet waar. Of: hoeft niet waar te zijn. Als er een arbeidsgehandicapte bij je organisatie komt aanwaaien, blijkt dat het probleem weliswaar maatschappelijk is, maar de oplossing toch zeer individueel. Met jouw organisatie geef je werk aan deze persoon. ‘Arbeidsgehandicapte’ wordt daarbij al gauw een vreemd woord: het is collega X, die taken uitvoert die nuttig zijn. Net als al die andere collega’s. Net als jezelf. Beperkingen? Ja, dank u wel, die heb ik zelf ook in ruime mate. O ja, in één moeite door help je dus wel een maatschappelijk probleem te tackelen.

Makkelijk. Van alle dingen die je doet op een dag als ziekenhuisbestuurder, ondernemer of hoofd der school, partner op een advocatenkantoor, plaatsvervangend directeur op een ministerie, hoort het inpassen en aannemen van een arbeidsgehandicapte tot de makkelijkste 5 procent. Het is een klusje van niets eigenlijk, vergeleken met alle andere dingen van de dag. Bij een organisatie van enige omvang vallen de kosten in de plooien van je begroting. Risico’s? Allemaal netjes afgedekt door de overheid.

Wat kon beter? Nou, dat had ik dus allemaal wel eens eerder kunnen bedenken. Het is geen raketwetenschap. En de fabriek is nou ook bepaald niet de eerste organisatie die een Wajonger of andere arbeidsgehandicapte in dienst neemt. Op mijn lijstje staat daarom: pannekoek (grote).

Deze grote pannekoek had dus een leerzaam eerste halfjaar. Tijd om op vakantie te gaan. Mijn tip: zet ‘handicap regelen’ even op het lijstje ’te doen’.

Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek

Dit bericht is geplaatst in Mens en werk. Bookmark de permalink.