De banenmotor is groen

De duurzame energiesector, van windmolenparken tot isolatiemateriaal en meerwandig glas, zit in de lift en heeft veel arbeidskrachten nodig. Dat blijkt vooral goed nieuws voor de bouw.

Pieter Hotse Smit – de Volkskrant – 

Niet in iedere sector staan banen op de tocht nu robots nadrukkelijk kloppen aan de poorten van de arbeidsmarkt. Zonnepanelen worden de komende jaren nog gewoon door vakkundige ‘mannetjes’ op de Hollandse daken gelegd. Ook het plaatsen van isolatiemateriaal en windmolens blijft duurzaam mensenwerk. Net als het ontwikkelen van nieuwe software voor elektrische auto’s, of het nu zelfrijdende robots worden of niet.

De duurzame energiesector zit in de lift en heeft veel échte handen nodig. In 2013 bood de sector werk aan ruim 45 duizend mensen, een stijging van bijna 60 procent ten opzichte van 2005. In de rest van de economie daalde de werkgelegenheid sinds de crisis in 2008 met 3 procent, terwijl het aantal banen in de duurzame energiesector steeg met 24 procent. Bedrijven die actief zijn op het gebied van hernieuwbare energie of energiebesparing bieden ook de komende jaren volop werkgelegenheid, is de conclusie in de Nationale Energieverkenning 2014 (NEV). Het rapport verscheen vorige week, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.

De conclusie is opvallend, omdat in hetzelfde rapport naar voren komt dat we in Nederland de doelstelling 14 procent duurzaam geproduceerde energie in 2020 niet gaan halen. Maar juist omdat we met 4,5 procent duurzame energie hopeloos achterlopen, is de komende jaren genoeg werk aan de winkel. Ook als het aan minister Kamp (Economische Zaken) ligt. Hij heeft in een reactie op het rapport al laten weten dat hij de duurzame plannen uit het Energieakkoord doorzet.

Hoog opgeleiden
De duurzame plannen zorgen voor banen voor hoogopgeleiden. Zoals bedrijfsadviseurs die andere bedrijven helpen om te verduurzamen of ingenieurs die nadenken over de elektrische auto van de toekomst. Ook is er werk te doen voor onderzoekers die specialistische rapporten schrijven over de energiesector (aan de NEV van 182 pagina’s werkten meer dan vijftig onderzoekers mee).

Ton van Dril is zo’n onderzoeker. Hij werkte namens Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) mee aan de NEV. Hij benadrukt dat de energietransitie vooral goed nieuws is voor de bouwsector. ‘Ondanks de malaise van de laatste jaren, komt meer dan de helft van de werkgelegenheid in hernieuwbare energie en energiebesparing op het conto van de bouw.’

Dat komt overeen met wat Randstad Bouw ervaart op de uitzendmarkt. Er komen meer personeelsaanvragen binnen op het gebied van duurzame energie. ‘Vooral als het gaat om het bouwen van windmolenparken’, zegt Wim van Wanrooij, directeur van Randstad Bouw Nederland. ‘Denk aan het plaatsen van funderingen, molens en het onderhoud eraan door voornamelijk monteurs op mbo-niveau.’ Ook de voorbereiding van windmolenparken op zee schept banen. ‘Grote schepen moeten worden gebouwd en bemand om de molens te kunnen plaatsen.’

Energiebesparing
energiebesparing en bouwInstallateurs mogen ook hun handjes dichtknijpen. Zij zijn de komende jaren hard nodig voor het plaatsen van zonnepanelen en oplaadpunten voor elektrische auto’s. Netwerkbedrijven zullen bovendien grote investeringen doen om de windparken op zee aan te sluiten op het energienet.
‘Zij blijven een belangrijke bron van werk de komende jaren’, zegt Van Dril. Nederlandse bedrijven werken nu al mee aan grote buitenlandse windparken bij de installatie van de fundatie en de elektrische infrastructuur.

Het meeste duurzame werk in Nederland zit in de energiebesparing, zegt Sjoerd Schenau, die namens het Centraal Bureau voor de Statistiek meewerkte aan de NEV. ‘Met name voor installateurs van isolatiemateriaal en meerwandig glas.’ De industrie profiteert daar ook een beetje van. Voor de productie van isolatiemateriaal en glas is mankracht nodig. In biobrandstoffen en windenergie speelt de Nederlandse industrie een bescheiden rol. Dat geldt ook voor de zonnepanelenbranche. ‘Onderdelen voor machines voor het maken van zonnepanelen komen wel uit Nederland’, zegt Schenau. Die worden verscheept naar China, waar de zonnepanelen veelal worden gemaakt. Van de toegenomen vraag naar panelen in Nederland profiteren groothandelaren, die de panelen vervolgens weer importeren uit China.

Het transport van en naar China is een voorbeeld van hoe andere bedrijfstakken meeliften op de verduurzaming van de energievoorziening in Nederland. Deze neveneffecten zijn een blinde vlek voor de onderzoekers van de NEV. Zij gaan ervan uit dat het aantal banen gerelateerd aan de energiesector nog veel groter is dan zij direct waarnemen. ‘Veel wordt niet meegenomen in de economische statistieken’, zegt Van Dril van ECN. ‘Maar modelberekeningen laten zien dat de totale energiegerelateerde werkgelegenheid ruim tweemaal zo groot is.’

Dat zou betekenen dat er in 2020 in plaats van 106 duizend banen in de energiesector mogelijk 230 duizend mensen werk doen dat aan de energiesector is gerelateerd. Meer dan de helft zal zijn in duurzame energie en energiebesparing. Want waar het aantal banen in de fossiele energie door het opraken van de gasvoorraden afneemt, zal ook na 2020 de groei in werkgelegenheid in hernieuwbare energie en energiebesparing doorzetten. Nog een reden om voor een ‘duurzame’ energiebaan te kiezen.

Dit bericht is geplaatst in Duurzame Energie, Mens en werk. Bookmark de permalink.