Met ‘impact investment’ help je mensen pas écht

Het is een vage term, impact investment. Maar in kringen van verantwoorde beleggers wint hij snel terrein. Drie voorbeelden maken duidelijk dat het gaat om concrete oplossingen voor maatschappelijke problemen.

Door: Carlijne Vos – de Volkskrant – 

Duurzame houtskool. Het lijkt een contradictio in terminis maar voor sub-Sahara-Afrika is het de duurzame energiebron van de toekomst. Het continent dat zelf praktisch verstoken is van gas is voor zijn energie vooral afhankelijk van houtskool en dat neemt met de rappe verstedelijking alleen maar toe. En dus ligt de oplossing in milieuvriendelijkere productiemethoden. Met inzet van gemetselde ovens (retorts) kan met de helft minder hout, en met 75 procent minder uitstoot van het broeikasgas methaan houtskool worden geproduceerd.

Het houtskoolproject dat momenteel in Mali en Rwanda wordt uitgevoerd, is een initiatief van NOTS Impact Enterprises. Het bedrijf richt zich op de ontwikkeling van ondernemingen in Afrika die zowel maatschappelijk goeddoen als financieel winstgevend zijn. Impact investment is de nieuwste trend in verantwoord beleggen, maar het gaat aanzienlijk verder dan maatschappelijk verantwoord of duurzaam beleggen. Daarbij selecteren beleggers bedrijven die zich houden aan internationale standaarden op het gebied van milieu, planeet en mensenrechten. Soms sluiten ze ook bepaalde sectoren uit, zoals de wapen- of tabaksindustrie. Bij ‘impact beleggen’ – er bestaat geen goed Nederlands woord voor – gaat het om concrete oplossingen voor een bepaald maatschappelijk probleem.

De laatstgenoemde investeringen maken daadwerkelijk verschil, legt Frank Wagemans van de Vereniging van Beleggers voor Duurzaam Ondernemen (VBDO) uit. In de zuiverste vorm gaat het om investeringen die een meetbaar effect hebben op klimaat, sociale omstandigheden of werkgelegenheid. Het bekendste voorbeeld is het microkrediet, maar de markt van impact investment verbreedt zich in rap tempo. De investeerders regelen niet alleen kredieten voor de jonge bedrijven in arme landen, maar richten zich ook op verbetering van infrastructuur, energievoorziening, voedselzekerheid of publieke diensten als onderwijs of gezondheidszorg. Bekend voorbeeld is Stichting Waka Waka die burgers in Afrika van stroom voorziet via solarlampen. Een ander voorbeeld het beleggingsfonds Meewind, waarbij particulieren kunnen participeren in het Belgische windpark Belwind op de Noordzee.

Gezondheidszorg
Op het gebied van gezondheidszorg pioniert het Medical Credit Fund van de Amsterdamse stichting PharmAccess, dat kapitaal aantrekt voor investeringen in gezondheidsklinieken in Afrika. Het investeringsvehikel vormt een aanvulling op de ziektekostenverzekering die PharmAccess inmiddels voor bijna een miljoen Afrikanen heeft opgetuigd. Volgens hoogleraar Ethiek, Organisatie en Samenleving Harry Hummels van de Universiteit van Maastricht, tevens Europese vertegenwoordiger van het Global Impact Investment Network (GIIN), is het Medical Credit Fund een schoolvoorbeeld van impact investeren. In GIIN zijn 150 impact investeerders wereldwijd vertegenwoordigd, waaronder grote banken, institutionele beleggers, gespecialiseerde investeerders als DOEN Foundation (PostcodeLoterij) en filantropische instellingen als de Bill & Melinda Gates Foundation. Hun gezamenlijk geïnvesteerd vermogen bedraagt circa 46 miljard dollar (bijna 40 miljard euro), volgens sommigen slechts het topje van de ijsberg.

Op het totaal, wereldwijd belegd vermogen zijn impact-investeringen verwaarloosbaar, maar dat kan snel veranderen. Uit een recent rapport van de VBDO blijkt dat de markt voor duurzaam en verantwoord beleggen nog steeds fors groeit. Het totale duurzaam belegde vermogen in Nederland nam in 2013 met 12,1 procent toe tot 9,7 miljard euro. Volgens de VBDO wordt de groei vooral veroorzaakt door het grotere aanbod via duurzame fondsen, – mandaten en – crowdfunding. Impact-investeringen vallen onder dat nieuwe aanbod. ‘Maar de term impact investment is nogal breed’, waarschuwt Wagemans. ‘Aan de ene kant van het spectrum bevinden zich de organisaties die aan filantropie doen, aan de andere kant de financiële instellingen die het vooral om financieel rendement te doen is. De echte impactonderneming moet zowel op maatschappelijk als financieel rendement kunnen worden afgerekend.’

Particuliere beleggers hebben keuze uit impactfondsen bij sociale banken als Triodos of ASN Bank. Onlangs opende ABN Amro een niet-openbaar Social Impact Fund dat 10 miljoen euro wil investeren in ondernemingen die bewezen maatschappelijk rendement bieden. Daarnaast zijn er steeds meer platforms voor crowdfunding die zich specifiek richten op duurzame ontwikkeling, zoals 1% Club, Put Your Money Where Your Meaning Is Community (Pymwymic), Enviu of internationaal: Kiva en Toniic – de kleinschalige equivalent van GIIN. Wereldwijd is in 2013 naar schatting ruim 5 miljard dollar opgehaald via circa een miljoen campagnes van duurzame crowdfunding; een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor.

Impact investment
Waar particulieren dus al enige keuze hebben, worstelen institutionele beleggers nog met impact investment. De meeste fonds- en vermogensbeheerders beleggen nog mondjesmaat in ondernemingen. Volgens de VBDO omdat de combinatie beleggen en maatschappelijk rendement nog niet tussen de oren zit van fondsbeheerders. ‘Pensioenfondsen realiseren zich onvoldoende wat ze kunnen bereiken met die enorme berg pensioengeld’, aldus Wagemans. Ook lopen institutionele beleggers aan tegen het gebrek aan geschikte investeringsmogelijkheden.

PGGM, uitvoerder van onder meer pensioenfonds Zorg en Welzijn, bevestigt dat. ‘Met 160 miljard belegd vermogen zijn wij op zoek naar investeringsmogelijkheden met voldoende schaalgrootte. Te veel verbrokkeling in onze portefeuille valt niet te beheren’, legt Marcel Jeucken, hoofd verantwoord beleggen, uit. PFZW heeft als eerste pensioenfonds forse ambities uitgesproken over impact-investeringen. In 2020 moet 12 procent van de beleggingsportefeuille daaraan worden besteed. Dat komt neer op ruim 20 miljard euro aan beleggingen, tegen zo’n 4 miljard nu. ‘PFZW vindt het belangrijk dat pensioengeld aan haar deelnemers wordt uitgekeerd in een wereld die leefbaar blijft’, verklaart Jeucken de ambitie.

PGGM ziet bijvoorbeeld mogelijkheden in verduurzaming van vastgoed om CO2-uitstoot te verminderen en in infrastructuur. Die projecten zijn groot genoeg om rechtstreeks in te investeren. De pensioenbelegger investeert al fors in windmolenparken, schone technologie en bijvoorbeeld waterzuiveringsinstallaties in China, maar wil dat uitbreiden. Jeucken: ‘Er zijn nog veel mogelijkheden maar het moet wel gaan om gerichte investeringen met bewezen effect.

Duurzame belegging of liefdadigheid
PGGM heeft met de Erasmus Universiteit een methodologie ontwikkeld om maatschappelijke impact te meten. ‘Er is nog veel te bereiken in de wereld als het gaat om klimaat, gezondheid, voedselzekerheid of armoedebestrijding, maar niet alle investeringen zijn goed controleerbaar of bewezen effectief. Ook veel microkredieten brengen niet de economische zelfstandigheid waarvoor ze zijn bedoeld. Dan zijn het eigenlijk veredelde consumptieve leningen.’

De zoektocht naar de juiste definities en concrete invulling van impact-investeringen is wereldwijd. Ook vermogensbeheerders zijn er druk mee bezig. Van Lanschot Bankiers hoopt dit jaar met een product te komen, maar is nog zoekende waar het te positioneren: als duurzame belegging of als liefdadigheid.

Hoogleraar Hummels maakt zich er geen zorgen over. ‘De ontwikkeling is positief, al gaat het nog langzaam bij gebrek aan goed investeringsmogelijkheden. Maar bij microkrediet duurde het ook twintig jaar voordat het echt groot werd.’

1. Duurzame energie in Afrika
NOTS Impact Enterprises verkoopt zogeheten ‘blauwe’ houtskool en ‘blauwe’ stroom in Mali en Rwanda met als doel duurzame energievoorziening voor alle burgers. De onderneming heeft als doel dat in 2020 alle houtskoolproductie in Mali en Rwanda duurzaam is en dat alle kerosinelampen zijn vervangen door solarlampen. Directeur Bart Hartmans probeerde in 2008 geld aan te trekken voor microkredieten met ‘impactobligaties’, maar pal voor de introductie van zijn obligaties viel Lehman Brothers. ‘We kwamen op het verkeerde moment met het juiste product.’
Inmiddels is hij vergevorderd met zijn twee energieondernemingen NOTS Sustainable Charcoal en NOTS Solar Lamps in Mali en Rwanda en mocht hij vorig jaar aanschuiven bij de klimaattop van de Verenigde Naties in New York om zijn ambities en ervaringen te delen. Technologie is niet het probleem bij energievoorziening in Afrika, zegt Hartman. Het probleem is financieel duurzame distributie.’
Dat merkte hij in de beginfase van de verkoop van speciale solarlampen met oplaadmogelijkheden die de gevaarlijke en vervuilende kerosinelampen moeten vervangen. ‘De lampen zijn er wel, en met 10 à 30 dollar ook best te betalen, maar mensen kennen het niet en begrijpen de voordelen niet.’ NOTS heeft aansluiting gezocht bij landbouwcoöperaties om via hun netwerken meer burgers te bereiken.

2. Krediet voor gezondheidsklinieken
Het Medical Credit Fund werd in 2009 opgericht door PharmAccess, een stichting die oorspronkelijk is ontstaan vanuit het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam om aids en hiv in Afrika te bestrijden. Later bracht oprichter Joep Lange, die vorig jaar verongelukte bij de ramp met de MH17 in Oekraïne, een ziektekostenverzekering op de markt in Tanzania, Kenia, Nigeria en Ghana.
Het Medical Credit Fund kreeg vier jaar geleden een prijs van de G20 voor de meest innovatieve vorm van ontwikkelingssamenwerking. In het fonds investeerden stichtingen als de Bill & Melinda Gates Foundation, banken, ministeries en sociale investeerders wereldwijd inmiddels 26 miljoen euro.
Inmiddels hebben 590 kleinschalige gezondheidsklinieken in Afrika een lening gekregen via tien lokale banken, waarvan 98 procent heeft terugbetaald. Het gaat om leningen van circa 10 duizend dollar. Dat geld kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor de aanschaf van een echoapparaat, opleiding van personeel of uitbreiding van bedden in een kliniek.
De leningen zijn gekoppeld aan eisen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Om deze kwaliteitsstandaard, Safecare, te krijgen, worden de gezondheidswerkers begeleid of getraind via PharmAccess.
Inmiddels ontvangen 1,3 miljoenen mensen per maand zorg van deze gecertificeerde Afrikaanse klinieken.

3. Prikkels voor jonge ondernemers in India
Ondernemers in India kunnen moeilijk aan leningen komen om hun bedrijven te laten groeien. In 2001 werd het fonds Aavishkaar (uitvinding) opgericht om ondernemerschap te prikkelen. Met kleinschalige leningen zijn landbouwondernemingen opgezet, gezondheidsklinieken en andere startende bedrijven. Ruim 17 miljoen mensen in vooral India, Bangladesh en Pakistan zijn dankzij Aaavishkaar aan het werk gekomen en hebben toegang gekregen tot diensten en producten, betere gezondheidszorg, sanitair en onderwijs. In totaal werd 277 miljoen dollar aangetrokken.
Het fonds is een van de eerste investeringen van het Dutch Good Growth Fund (DGGF), het nieuwe fonds van 700 miljoen euro dat minister Ploumen in het leven heeft geroepen om ontwikkelingshulp en handel te combineren. De investering is volgens het ministerie het toonbeeld van fondsen waarin het DGGF wil investeren; namelijk in die markten waar het MKB weinig of geen toegang heeft tot kapitaal. Deze bedrijven hebben wel groeipotentie en kunnen als katalysator werken voor andere investeerders zodat de hele gemeenschap profiteert.
Het DGGF bestaat uit drie pijlers, een subsidie voor Nederlandse bedrijven die willen investeren in ontwikkelingslanden, een die de exportrisico’s van Nederlandse bedrijven in ontwikkelingslanden dekt en de laatste die via lokale banken en fondsen zoals Aaavishkaar ondernemers in ontwikkelingslanden direct krediet verstrekt

Dit bericht is geplaatst in Maatschappelijk debat. Bookmark de permalink.