Alles uit de kas

De tuinbouwkas is in twintig jaar tijd veranderd van energieslorper in energieproducent. 10 procent van de elektriciteit in Nederland wordt door tuinders opgewekt en het einde is nog niet in zicht.  

RENÉ DIDDE − de Volkskrant –  17/08/13

Ted Duijvestijn houdt zijn hand in de buurt van een dikke grijze buis, die plompverloren uit de bodem verrijst. ‘Hier wordt van een diepte van 2.300 meter warm water van 75 graden Celsius opgepompt’, zegt de tomatenteler. ‘Gratis en voor niets door de aarde opgewarmd. Voel maar hoe warm.’ De warmte van het aardwater wordt via een warmtewisselaar overgebracht op de verwarming van de kassen waar de tomaten groeien. Het afgekoelde water wordt daarna terug in de bodem gepompt, voor een nieuwe opwarmingsbeurt. ‘Deze hitte van de aarde is eigenlijk te veel voor onze dertien hectare kassen. We overwegen daarom twee buurbedrijven aan te sluiten, want we kunnen twintig hectare verwarmen’, zegt Duijvestijn. ‘Als we samen met de buren ook nog een rijtje van vijf windmolens met een totaal vermogen van 10 megawatt bouwen voor de productie van elektriciteit, zijn we over twee jaar onafhankelijk van fossiele brandstof.’

Ted Duijvestijn is een van de vier gebroeders die het vijftig jaar oude tomatenteeltbedrijf in Pijnacker bestieren. De broers hebben een missie. De gehele teelt van de tomaten moet en zal met duurzame energie geschieden. ‘Ooit is dat aardgas een keer op’, zet Duijvestijn uiteen. ‘Tot die tijd zal de prijsvorming alleen maar grilliger verlopen en kan Rusland de kraan naar believen dichtdraaien.’ Daarnaast speelt het klimaatprobleem een rol in de visie van de van oorsprong Westlandse broers. ‘We krijgen steeds meer vragen van consumenten over onze manier van produceren. En daarop willen we actief inspelen.’

Afvalgas en steenwol
De broers doen daarom meer dan aardwarmte opwekken en plannetjes maken voor windmolens. Hun kassen zijn aangesloten op een pijpleiding die CO2 van de Shell-raffinaderij in Pernis aanvoert. De tomatenplanten worden gevoed met dit afvalgas uit de olieraffinage. De lange, slungelachtige tomatenstengels groeien allang niet meer op potgrond, maar ontspringen uit kleine dozen gevuld met steenwol. De uit de woningbouw bekende matten vergen geen dubieuze grondontsmettingsmiddelen als methylbromide. Deze intussen verboden, zeer toxische stof leidde dertig jaar geleden tot gezondheidsklachten van werknemers in kassen en kan ook waterleidingbuizen binnendringen. Ingenieuze druppelsystemen doseren uitgekiende hoeveelheden water met daarin opgeloste voedingsstoffen. Eventueel overtollig water van dit agrotechnisch infuus wordt opgevangen en opnieuw in het systeem gebracht. Ook het steenwol wordt keer op keer hergebruikt als substraat, net als het bladafval. Duijvestijn gooit een kartonnen bakje op tafel. ‘Hier, een prototype, voor een groot deel gemaakt van tomatenloof. Studeren we nog op, maar gaan we zeker als verpakking gebruiken.’

De gebroeders Duijvestijn behoren met hun aardwarmte (of geothermie) tot de koplopers, maar de hele Nederlandse tuinbouwsector is veel energiebewuster geworden. In de jaren tachtig van de vorige eeuw slorpten de circa 10 duizend hectare glastuinbouw een slordige 4 miljard kubieke meter aardgas op. Dat was goed voor ongeveer 10 procent van het totale gasverbruik in Nederland.  En kijk nu eens. In 2011 is het gasgebruik per tomaat, komkommer of paprika meer dan gehalveerd, aldus brancheorganisatie LTO Glaskracht. ‘We hebben nu 3 miljard kubieke meter aardgas nodig voor de 10 duizend hectare, terwijl de productie ten opzichte van 1990 met 40 procent is toegenomen’, rekent LTO Glaskracht-voorzitter Nico van Ruiten voor. Ook de sierbloementeelt werd energiezuiniger.

Energiebesparingsmaatregelen en warmtekrachtkoppeling (wkk) zijn volgens Van Ruiten de belangrijkste oorzaken van de verbeterde energieprestatie. Ook afspraken met de overheid hebben geholpen. Net als in de woningbouw hebben ook de tuinders de kierenjacht geopend, hun ramen beter geïsoleerd en de gordijnen in de vorm van schermen gesloten. Dat laatste werd overigens ook verplicht om de voor omwonenden hinderlijke oranje lichtgloed tegen te gaan. De schermen veroorzaakten wel weer een broeierig, vochtig binnenklimaat waar allerlei schadelijke schimmels prima gedijen. Met ontvochtingsinstallaties die buitenlucht aanzuigen en voor ventilatie zorgen, proberen de tuinders de schimmels tegen te gaan.  Geld besparen speelde ook mee. ‘De energiekosten vormen een kwart van de bedrijfskosten, dus dat is de moeite waard’, zegt Van Ruiten. 70 procent van alle kassen beschikt inmiddels over een wkk-installatie. Daar wordt aardgas omgezet in elektriciteit, waarbij warmte en CO2 ontstaan. Het is de tuinders voor de groei van hun gewassen vooral te doen om die laatste twee, de stroom leveren ze grotendeels aan het net. Overigens stijgt het bruto aardgasverbruik van de sector de laatste tien jaar door deze verbranding van aardgas in de wkk wel. ‘Maar je mag uiteraard de verkoop van elektriciteit aftrekken van het verbruik van primaire fossiele brandstof.’

Tuinders zijn door de liberalisering van de energiemarkt dus stroomproducent geworden. ‘Bij elkaar hebben we een elektrisch vermogen van 3.000 megawatt aan elektriciteit. Dat zijn toch mooi drie grote kolencentrales’, zegt Van Ruiten. Anders gezegd: liefst 10 procent van de elektriciteit in Nederland wordt opgewekt door de tuinders. En dan is er het spel met ondergronds water. Warmte die de tuinders in de zomer niet nodig hebben, slaan ze op in waterhoudende bassins op 200 meter diepte, om ze naar behoefte in koude periodes in de winter weer op te pompen. Deze zogeheten warmte-koude-opslag-systemen zijn bij veel tuinders in opmars. Van Ruiten denkt ook dat de geothermie een trend wordt. ‘We denken dat er in 2020 ongeveer vijftig putten zijn, waarmee we meer dan 10 procent van het areaal kunnen verwarmen.’ Prijzig is het voorlopig wel. ‘De investeringen voor geothermie bedragen tweemaal de jaaromzet van een bedrijf. Je haalt het er dan ook vooral uit als meerdere tuinders in een cluster samenwerken’, aldus Van Ruiten. Dat gebeurt ook al op vijf plaatsen in Nederland. Twee geothermiebronnen voor tuinbouw zijn in aanbouw.

Methaan
Bij Duijvestijn Tomaten komt er met het warme aardwater trouwens ook methaan mee omhoog. ‘Dat stuurde de boel aanvankelijk aardig in het honderd, maar nu strippen we het zuivere methaan uit het water en drogen het gas. We gebruiken deze fossiele bijvangst om een kleine wkk-installatie te voeden. Die levert de stroom voor alle pompen van het geothermiesysteem. De grote, oude wkk’s dienen alleen nog als back-up als de geothermie in storing is.”  In feite is zo’n kas natuurlijk bovenal een zonnecollector: per saldo ontvangt een kas ongeveer driemaal meer zonnewarmte dan nodig is voor de teelt.

Toch blijkt benutting van de zon nog geen sinecure, legt hoogleraar plantenteelt in energiezuinige kassen Leo Marcelis uit. ‘Je kunt niet zomaar stroomproducerende zonnecellen op het dak leggen, want tuinders hebben het licht nodig voor de groei van hun gewassen. Maar we werken wel aan iets nieuws.’ De hoogleraar van Wageningen Universiteit gaat voor in een proefkas in Bleiswijk. We lopen langs tientallen proeven, onder meer met led-lampen die een paarsig schijnsel tussen de planten produceren. Marcelis, zelf zoon van een Noord-Limburgse tuinder, houdt halt bij een kasdak waar een melkachtige waas in het glas hangt. ‘Dit nieuwe type glas laat evenveel licht door als normaal glas, maar verstrooit het licht zodat de verdeling ervan over de bladeren veel uniformer wordt. Voor verschillende gewassen hebben we gezien dat de productie hierdoor ongeveer 10 procent toeneemt’, aldus Marcelis. In een volgende kas gaat hij nog een stap verder. ‘Hier werken we met speciale lenzen in het kasdek, die het zonlicht afbuigen naar een brandpunt. Daar wordt het heel heet en kan desgewenst een zonnepaneel stroom opwekken of een warmwaterbuis als zonneboiler functioneren. De tuinder krijgt er een compleet nieuwe elektriciteitsproductie bij’, aldus Marcelis.
Volgens hem komt mede hierdoor de energieneutrale kas in zicht, rond het jaar 2020. ‘Erg interessant, willen wij ook, zegt Ted Duijvestijn

Dit bericht is geplaatst in Duurzame Energie. Bookmark de permalink.