Kringloop is big business

Begonnen als kleine goede doelen is de kringloop-branche uitgegroeid tot een miljoenensector. Naast de verkoop van tweedehands spullen blijkt afval-verwerking lucratief. Verslag vanuit twee winkels.

GUIDO VAN EIJCK −  de Volkskrant – 29/03/14

In kringloopwinkel De Zaak van Ermelo is de winteruitverkoop net achter de rug. ‘Alles waar een rode sticker op zat, mocht voor de helft weg’, zegt bedrijfsleider Laurine Erends. ‘Een bloesje van 2,50 kost dan ineens 1,25 euro. Dat is natuurlijk niet veel.’
Uit een net aangekomen vrachtwagen dragen mannen in werkkleding nieuw spul naar binnen. Een tweeënhalfzitsbank, een nog verpakte racebaan, twee blauwe bureaulampen. ‘Zonnebanken nemen we niet meer aan’, zegt een van de sjouwers, ‘die kregen we te veel aangeboden. In de jaren zeventig was dat echt een hype.’

Erends draagt een fijn zijden sjaaltje, om haar nek te beschermen tegen de tocht die via de laaddeuren het magazijn binnenkomt. Met een groepje dames sorteert zij dozen met zomerkleding die de komende weken beetje bij beetje de winkel in gaat. Alleen de kinderkleding, die minder seizoensgevoelig is gebleken, blijft het hele jaar hangen, zegt Erends. De rest van het assortiment wordt nauwkeurig afgestemd op het jaargetijde. Sport- en kampeerspullen gaan ’s zomers in de verkoop, kerstspullen worden een jaar lang opgespaard tot in december een enorme vraag ontstaat. Hetzelfde gebeurt rond Pasen, Valentijn en Sinterklaas.
Even verderop, op een stellage in het smalle magazijn waar de spullen hoog staan opgestapeld, hangt een briefje waarop ‘Barneveld’ staat gekrabbeld. ‘We openen binnenkort een tweede winkel’, zegt Henk van Bruggen, oprichter van De Zaak van Ermelo. De welbespraakte en in pak gestoken Van Bruggen is naast eigenaar van een Ermeloos reïntegratiebedrijf ook lid van de lokale Rotary Club en kandidaat-raadslid voor de VVD. Eerder zat hij zeven jaar voor de PvdA in de raad.

Het gaat de kringloopbranche voor de wind. Begonnen de winkels in de jaren zeventig en tachtig nog als kleinschalige en idealistische initiatieven; inmiddels zijn vele uitgegroeid tot professionele kringloopbedrijven of zelfs bescheiden ketens. Ook De Zaak van Ermelo loopt als een trein. De winkel opende eind 2012 en verwerkte in het eerste jaar 375 duizend kilo aan spullen. Er kwamen 150 duizend bezoekers langs. ‘Dat is meer dan in de meeste winkels in het dorp’, zegt Van Bruggen.
Al snel vulde hij het tweedehandsassortiment aan met een koffiebar, plantenkiosk en nieuwgemaakte meubels. Shop in shops, noemt hij die winkeltjes. ‘Het is een win-winsituatie: de winkelhouder profiteert van onze klanten en wij krijgen een klein stukje van de omzet.’

Om niet aan het eigen succes ten onder te gaan, deed Van Bruggen investeringen. Hij kocht een vrachtwagen, renoveerde een pand dat voor de sloop was bestemd. Daarnaast kocht hij instrumenten om de enorme toestroom van tweedehands spullen te sturen. Vooral boeken komen in kilo’s binnen. In Ermelo werken ze daarom met een scansysteem dat speciaal is ontwikkeld voor kringloopwinkels. Omdat het systeem is aangesloten op het Centraal Boekhuis en op Bol.com, krijgen medewerkers die een boek scannen direct de nieuw- en tweedehandsprijs te zien. ‘Om concurrerend te blijven, zorgen we dat we altijd onder het tarief van Bol.com blijven’, zegt Van Bruggen.

Hergebruik
‘Het is al lang geen geitenwollensokken-branche meer, de meeste kringloopwinkels werken heel bedrijfsmatig.’ Leonie Reinders is directeur van de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN). Ze is op bezoek bij stichting de ARM in Utrecht, een van de oudste kringloopwinkels van Nederland, met meerdere vestigingen in de stad. Reinders verwijst naar de cijfers. De omzet van BKN-leden, goed voor zo’n 80 procent van de totale brancheomzet, groeide de afgelopen jaren tot 73 miljoen in 2010 en 80 miljoen in 2012. En dat met bakjes en kommetjes van een euro, want subsidies zijn er nauwelijks, benadrukt Reinders.
Toch steunt de omzet niet slechts op de winkelverkoop. Veel kringloopwinkels hebben meerdere inkomstenbronnen. Vooral de gemeentelijke afvalverwerking is lucratief. Omdat gemeenten tegenwoordig verplicht zijn het merendeel van hun diensten aan te besteden, zien veel kringloopwinkels hun kans schoon om langs die weg hun eigen aanbod uit te breiden. In opdracht van de gemeente verzamelen en sorteren zij dan bijvoorbeeld afval dat kan worden hergebruikt.
‘Gebruikt metaal en textiel is veel geld waard’, zegt Reinders. ‘Ik denk daarom dat wij in de toekomst het woord afval niet meer zullen gebruiken. Het zijn grondstoffen, en die zijn waardevol. Sommige kringloopbedrijven zijn er goed in om daarover met gemeenten te onderhandelen.’

Taakstraf
De branchevereniging adviseert nieuwe winkels te mikken op een afzetmarkt van ten minste 30- tot 40 duizend potentiële klanten. Toch is er haast geen stad of dorp zonder kringloopwinkel. Zo ook Mariaheide, 20 kilometer boven Eindhoven, waar 1.600 mensen wonen. ‘Naast een bakker en een fietsenwinkel is hier niets’, zegt Alice Baart. Tot ze daar in de zomer van 2012 haar eigen kringloopwinkel opende. De winkel, Stichting De Banken geheten, was meteen een succes. Vanuit Mariaheide en omstreken kwamen mensen zoveel oude spullen brengen dat Baart en haar vrijwilligers de toestroom nauwelijks aankonden. Van de eerste opbrengsten kocht zij een vrachtauto waarmee haar medewerkers dagelijks bij mensen langs gaan om oude spullen op te halen. ‘Met die spullen kunnen we mensen die niets hebben helpen’, zegt Baart. ‘Doodzonde’ noemt ze de hedendaagse ‘Ikea-cultuur’. ‘Dan overlijdt een vader of moeder en wil niemand die antieke spullen hebben. Terwijl dat spul honderden jaren meegaat.’

We zitten in haar kantoor als een jongen binnenloopt, zijn haar in een klein staartje, met daar bovenop een pet. Hij heeft een formulier bij zich dat hij door Baart laat ondertekenen. Bij de reclassering in het aangrenzende Veghel kan hij zo bewijzen dat zijn 25 uur taakstraf erop zit. ‘Iemand zei iets tegen mij’, vertelt de jongen over de reden van zijn straf. ‘Van praten werd het schreeuwen, iemand anders belt de politie. En dan is het verstoring van de openbare orde. Of zoiets, je weet hoe dat gaat.’ Zijn taakstraf pakte goed uit. ‘Gezellig hier, mooie mensen.’
Een deel van de mensen die voor de kringloop in Mariaheide werkt, doet dat vrijwillig. Anderen komen binnen via uitkeringsinstantie UWV, de reclassering of reïntegratiebureaus. ‘Ze doen hier werkervaring op en komen weer in een arbeidsritme’, zegt Baart.
Werkverschaffing is de laatste jaren de bestaansreden van de kringloopsector geworden, zegt BKN-directeur Leonie Reinders. ‘De eerste kringloopwinkels werkten vooral vanuit de gedachte van armoedebestrijding, zodat mensen met een kleine portemonnee ook een koelkast of gasfornuis konden aanschaffen. Dat zit er nog steeds in, maar het is wat minder belangrijk geworden.’
Gemeenten kampen met slinkende budgetten voor sociale werkvoorzieningen en zien daarom kringloopwinkels graag komen, aldus Reinders. ‘Een gemeente vindt het erg interessant als je zegt dat je binnen twee jaar 50 tot 75 mensen met een uitkering aan het werk kunt krijgen.’

Oneerlijke concurrentie
Pannen, kleren en boeken voor een paar euro; je zou zeggen dat weinig ondernemers blij zijn met een kringloopconcurrent in hun gemeente. In het bijzonder in tijden waarin het economisch wat minder gaat en tweedehands populair is. Toch blijft het aantal critici beperkt. In Ermelose winkels vreest bijvoorbeeld niemand voor zijn of haar omzet, in Mariaheide zijn geen winkeliers om het aan te vragen.
Branchevereniging Detailhandel Nederland is evenmin ongerust, laat een woordvoerder weten. Wel ziet de vereniging dat kringloopwinkels steeds professionelere bedrijven worden, en daarom ook als normale winkels moeten worden behandeld. Veel kringloopbedrijven zijn bijvoorbeeld te vinden op bedrijventerreinen, terwijl normale winkels alleen in winkelgebieden worden toegelaten. ‘De huren zijn op bedrijventerreinen veel lager en klanten kunnen er gratis parkeren. Gemeenten maken voor kringloopwinkels soms een uitzondering. Helemaal eerlijk is dat niet.’

In andere landen is de kritiek op de hergebruiksector duidelijker geformuleerd. Zo woedt in Engeland een debat over de aard van een liefdadigheidssector die volgens schattingen uit wel tienduizend winkels bestaat. Daaronder zijn veel serieuze kringloopketens. De grootste daarvan, de British Heart Foundation, is goed voor 732 winkels en een jaaromzet van ruim 160 miljoen pond (190 miljoen euro). Dat is oneerlijke concurrentie, vinden critici: kringloopwinkels hebben lage loonlasten en mogen gebruikenmaken van goedkope, leegstaande panden.

In kringloopwinkel Stichting de Banken in Mariaheide schuift Antonie, een man van in de veertig, aan bij een groep medewerkers die rond de koffietafel zit. Dagelijks rijdt hij vanuit Veghel de 5 kilometer naar de kringloopwinkel. Nooit keert hij huiswaarts zonder souvenir. Vandaag kocht hij een olielampje. ‘Voor 1,50 euro, dat is toch niks?’ Nauwlettend houdt hij de televisies die binnenkomen in de gaten. ‘Ik wil graag zo’n platte, maar die zijn er bijna niet. Daar moet ik nog even geduld voor hebben.’

IN HET KADER VAN FULL DISCLOSURE: DE AUTEUR VAN DIT STUK IS IN DE KRINGLOOPWINKEL IN MARIAHEIDE GEZWICHT VOOR EEN KOOPJE: TWEE REISBOEKEN VAN JULES VERNE. DE REIS NAAR HET MIDDELPUNT DER AARDE EN DE REIS OM DE WERELD IN TACHTIG DAGEN. IN EEN BLAUWE UITGAVE, MET HOUTGRAVURE-ACHTIGE OMSLAG. VOOR 70 CENT. TWEEDE EXEMPLAAR WAS GRATIS.

PARTICIPATIEWET
Leerwerkbedrijven

In februari werd de Participatiewet aangenomen. De Bijstandswet, de Wet op de sociale werkvoorziening en de Wajong gaan daarin samen. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering. ‘Iedereen moet meedoen’, luidt het devies. Als ‘leerwerkbedrijven’ steunen kringloopwinkels veelal op mensen die weer aan het werk moeten. Mensen met beperkingen, die lang werkloos zijn, die kampen met schulden of verslavingen of die in de gevangenis hebben gezeten. Zo heeft de Zaak van Ermelo een werkplaats voor het repareren en ‘pimpen’ van meubels.

Dit bericht is geplaatst in De energieke samenleving, Mens en werk. Bookmark de permalink.