Overheid – gemeenten

Ervaring

  • Ik ben projectleider in de gemeenten Bunschoten, Soest en Woudenberg van een gezamenlijk project van zeven Eemland gemeenten gericht op energiebesparing in de bestaande bouw richting ‘Nul op de meter’.
  • Ik ben op diverse manieren betrokken bij duurzaamheidsinitiatieven in de gemeente Soest. Zo was ik betrokken bij de totstandkoming van het duurzaamheidsplan 2016-2020 en ben ik actief bij de maatschappelijke implementatie ervan.
  • In opdracht van de gemeente Soest ben ik vanaf december 2014 projectsecretaris van project van het burgerinitiatief “Energie Actief Soest”.
  • Voor de gemeente Soest onderzocht ik hoe burgerinitiatieven kunnen bijdragen aan het duurzaamheidsplan 2016-2020.

Mijn verhaal:
De gemeente is de afgelopen decennia in een positie terechtgekomen, die je het best kunt kwalificeren als “regulator”. In een individualiserende samenleving is ergens een institutie nodig, die het samenleven reguleert. Vroeger gebeurde die regulering in “eigen kring”, school en gezin, maar ook binnen “zuilen”. De vanzelfsprekendheid van de autoriteit binnen die “eigen kringen” is weg gevallen. Daardoor is de rol van de overheid, het “beheren van het publieke domein”, steeds omvattender geworden. Bij die rol hoort regulering en handhaving.

Dat is geen gemakkelijke rol in een individualiserende samenleving. Want individuen willen voor zichzelf maximale vrijheid, maar voor de ander duidelijke grenzen. De individualisering gebeurde in een tijd waarbij publiek geld geen groot probleem was. En zo werd de invulling van de rol van de gemeente steeds meer het hanteren van carrot (subsidies) en stick (handhaving regels) om de samenleving in goede banen te leiden.

Die rol heeft in de meest recente ontwikkelingen nog een extra dimensie gekregen: door decentralisatie wordt de gemeente meer en meer een regisseur van beleid gericht op de burger. Dat proces gaat gepaard met teruglopen van publieke middelen. De gemeente moet meer doen met minder middelen. Dat lijkt op het eerste gezicht het ideale scenario voor een onuitvoerbare missie. Maar het is ook een kans.

Want de burger zit niet stil. Er ontstaat een energieke samenleving, waarin burgers zelf initiatieven nemen. En een samenleving, waarin burgers zelf initiatieven nemen en waarin de gemeente beschikt over bescheiden financiële middelen, vraagt een andere rol- en taakverdeling.Voor gemeenten ligt er de uitdaging om constructief met die ontwikkeling om te gaan. De kern zou wel eens kunnen zijn, dat de gemeente niet meer (vooral) stuurt, reguleert en handhaaft, maar aan haar burgers de vraag stelt: “Wat kan ik voor u doen?” Niet kijken of iets mag, maar actief meedenken of en hoe een burgerinitiatieven mogelijk gemaakt kunnen worden.